Aanpak van misstanden buiten Nederland


Aanpak van misstanden buiten Nederland 
 
Onze onderzoekers krijgen regelmatig te maken met kwesties waarbij de werkgever in het buitenland is gevestigd, of waarbij de feitelijk te onderzoeken gebeurtenissen in het buitenland plaatsvinden. Voor het Huis is dit een complicerende factor. Eenvoudigweg omdat bijvoorbeeld onze onderzoeksbevoegdheden niet verder reiken dan de eigen landsgrens. Toch kunnen we in sommige gevallen wel iets doen.

Een paar zaken die de afgelopen tijd aan het Huis zijn voorgelegd gingen over situaties waarbij in Nederland gevestigde organisaties financiële of andere vormen van steun aan het buitenland verleent. De organisatie en uitvoering van die steun loopt doorgaans via in Nederland gevestigde Nederlandse organisaties. Deze organisaties werken daarbij samen met lokale organisaties of autoriteiten van het betreffende land.

Vanwege de afstand is het uitoefenen van toezicht op de juiste besteding van middelen lastiger te organiseren. Misbruik, fraude en corruptie liggen in dat geval op de loer. Als een in Nederland gevestigde organisatie van een eigen medewerker verneemt dat hier mogelijk sprake van is, dan mag verwacht worden dat daarop wordt geacteerd. In een aantal gevallen is dat niet of onvoldoende gebeurd. 

In dat laatste geval neemt het Huis de melding van de vermoede misstanden in ontvangst, maar kan het in het buitenland geen onderzoek doen. Op één uitzondering na: dat is dat een melder instemming geeft om zijn werkgever te benaderen, ook al is zijn melding vertrouwelijk. Wij krijgen daardoor de mogelijkheid om met de werkgever in gesprek te gaan, met het doel de werkgever te bewegen tot het nemen van maatregelen. Maatregelen waardoor de vermoede misstand wordt beëindigd en herhaling wordt voorkomen.