Het Huis voor Klokkenluiders wil dat het toekomstige Kabinet aanvullende wetswijziging doorvoert, zodat het Huis toezicht kan houden op de plichten van de Wet bescherming Klokkenluiders en kan sanctioneren wanneer een werkgever het verbod op benadeling van melders schendt. Pas dan krijgen klokkenluiders het laatste stukje rechtsbescherming, waarin de wet beoogt te voorzien. Het Huis heeft informateur Van Haersma Buma via een brief gevraagd of de formerende partijen verder willen gaan met de volledige implementatie van de wet, waar de minister van Binnenlandse Zaken mee begonnen was voor de val van het Kabinet.

“Onze maatschappij is kwetsbaar; er gaan dingen mis. Denk aan de toeslagenaffaire, de kapotte Babboe-bakfietsen en grensoverschrijdend gedrag in bepaalde sectoren”, zegt Cornelis van der Werf, voorzitter Huis voor Klokkenluiders. “Gelukkig zijn er moedige werknemers die aan de bel trekken als ze misstanden van maatschappelijk belang vermoeden. Het is belangrijk dat werknemers dit kunnen en durven doen om onze maatschappij - ons allemaal - te kunnen behoeden voor nieuwe misstanden en beschermen tegen potentieel gevaar.”

Wetswijziging is nodig

Op 18 februari 2023 is de Wet bescherming klokkenluiders (hierna Wbk) in werking getreden. Deze wet wijzigde de voorgaande Wet Huis voor klokkenluiders (uit 2016) en dient ter implementatie van de Europese Klokkenluiders Richtlijn. In 2022 nam de Kamer in grote meerderheid het amendement Leijten aan, dat het Huis een toezichts-, en sanctietaak gaf met bijbehorende bevoegdheden. Dáármee heeft het Huis de instrumenten om zijn maatschappelijke taak volwaardig te kunnen vervullen. Deze wet is echter nog niet volledig geïmplementeerd. Er is aanvullende regelgeving nodig om deze wettelijke taken volwaardig door het Huis te kunnen laten uitvoeren. Het Huis roept het toekomstige Kabinet daarom op hier gehoor aan te geven, zodat melders van misstanden, die in ons aller belang melden, dit veilig en zonder consequenties kunnen blijven doen.