Overweegt u om een onderzoek bij het Huis voor Klokkenluiders te vragen? Of bent u werkgever of getuige en raakt u betrokken bij een onderzoek? Op deze pagina leggen wij in elf stappen uit wat u dan kunt doen en wat dat voor u betekent.
Onderzoek naar een misstand
Onderzoek door het Huis in 11 stappen.
Het Huis kan de volgende typen onderzoek doen:
- Misstandonderzoek: onderzoek naar een vermoede werkgerelateerde misstand met maatschappelijk belang;
- Bejegeningsonderzoek: onderzoek naar de wijze waarop een werkgever de melder van een vermoede werkgerelateerde misstand met maatschappelijk belang heeft behandeld;
- Een combinatie van een misstandonderzoek en een bejegeningsonderzoek.
Zowel bij een misstandonderzoek als bij een bejegeningsonderzoek moet de te onderzoeken kwestie verband houden met een vermoede misstand met maatschappelijk belang. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat de vermoede misstand meerdere mensen aangaat, een structureel karakter en ernstige gevolgen heeft. In ieder geval moet sprake zijn van een of meer van de volgende situaties:
- overtreding van de wet;
- gevaar voor de volksgezondheid;
- gevaar voor de veiligheid van personen;
- gevaar voor de aantasting van het milieu;
- gevaar voor het goed functioneren van de organisatie als gevolg van onbehoorlijk handelen of nalaten.
Het Huis doet alleen een misstandonderzoek of een bejegeningsonderzoek als de vermoede misstand verband houdt met uw werk. Er moet dus sprake zijn van een werkrelatie tussen u en de organisatie waar de vermoede misstand zich voordoet. Er is sprake van een werkrelatie als u:
- in dienst bent (of bent geweest) bij de organisatie waar de situatie zich voordoet;
- of daar bijvoorbeeld als zzp'er, uitzendkracht, stagiair of vrijwilliger werkt of heeft gewerkt;
- of via uw eigen werk direct te maken heeft met de organisatie waar de situatie zich voordoet.
Het is belangrijk dat u de vermoede misstand niet alleen 'van horen zeggen' kent. In de wet staat dat het vermoeden gebaseerd moet zijn op 'redelijke gronden’. Dit betekent dat u zelf dingen gezien of meegemaakt moet hebben, en bijvoorbeeld stukken (papieren, e-mails, foto's of andere bewijzen) kunt tonen waarop u uw vermoeden baseert.
Het Huis voert een misstandonderzoek of een bejegeningsonderzoek doorgaans alleen uit na een verzoek (van een melder).
Als u het Huis verzoekt om een misstandonderzoek, dan moet uw verzoek voldoen aan een aantal voorwaarden, waaronder:
- Er moet sprake zijn van een vermoeden van een werkgerelateerde misstand met een maatschappelijk belang.
- U heeft hiervan al een melding gedaan binnen uw organisatie.
- U heeft hiervan ook al een melding gemaakt bij de juiste externe toezichthouder
(een inspectiedienst, een Autoriteit of bij strafbare feiten het Openbaar Ministerie).
Als u het Huis verzoekt om een bejegeningsonderzoek, dan kunt u uw verzoek direct aan het Huis richten.
Het Huis kan geen misstandonderzoek of bejegeningsonderzoek doen bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) of de rechterlijke macht (zie artikel 4 van de Wet Huis voor Klokkenluiders). Uw klacht of vermoeden van een misstand bij deze organisaties kunt u melden bij de betreffende organisatie.
Overweegt u een verzoek in te dienen, dan is het raadzaam eerst informatie in te winnen bij een adviseur van het Huis.
U kunt online een verzoek tot onderzoek indienen of per post.
Stuurt u uw verzoek per post, dan moet daar het volgende in vermeld staan:
- uw naam;
- uw adres;
- waar u om verzoekt (misstand en/of bejegening);
- wat uw vermoeden is en waarop u dat vermoeden baseert;
- de status van relevante rechterlijke procedures en eventuele uitspraken daarover;
- de datum van uw verzoek;
- uw handtekening of die van uw gemachtigde.
U kunt uw verzoek sturen naar:
Huis voor Klokkenluiders, t.a.v. afdeling Onderzoek, Postbus 10088, 3505 AB UtrechtMocht u aanvullende informatie via de post willen (mee)sturen, dan verzoeken het Huis u om kopieën van het origineel te sturen. Vertrouwelijke informatie kunt u het beste aangetekend versturen.
Nadat u een verzoek heeft ingediend ontvangt u een schriftelijke ontvangstbevestiging. Het Huis beoordeelt vervolgens of uw verzoek voldoet aan de criteria (de ‘ontvankelijkheidsbeoordeling’). Het Huis beoordeelt ook of het onderzoek waarom u verzoekt uitvoerbaar is. Als de kwestie waarop uw verzoek betrekking heeft bijvoorbeeld lang geleden speelde, dan kan dat invloed hebben op de uitvoerbaarheid van het onderzoek. Zo is het denkbaar dat de betreffende organisatie niet meer bestaat, en/of getuigen en stukken niet (meer) beschikbaar zijn.
Is uw verzoek ontvankelijk en uitvoerbaar, dan zal het Huis in beginsel een onderzoek starten. In dat geval wordt ook uw (ex-)werkgever hierover geïnformeerd.
De werkgever en de medewerkers van de organisatie zijn verplicht om mee te werken aan het onderzoek van het Huis, bijvoorbeeld door informatie te verstrekken of als getuige op te treden. Ook heeft het Huis onder omstandigheden de bevoegdheid om werkplekken te bezoeken.
Hieronder volgt een beschrijving van de werkwijze die het Huis volgt in zijn misstandonderzoeken, bejegeningsonderzoeken of combinaties daarvan. Het Huis werkt momenteel overigens aan een (herzien) Onderzoeksprotocol, dat in de Staatscourant gepubliceerd zal worden en op de website beschikbaar wordt gesteld.
Onderstaande werkwijze past het Huis (in ieder geval) toe op verzoeken die het heeft ontvangen vanaf 1 februari 2020. De werkwijzen in een bejegeningsonderzoek en een misstandonderzoek kunnen verschillen. In beginsel is de betrokkenheid van een verzoeker in een bejegeningsonderzoek bijvoorbeeld groter dan in een misstandonderzoek. Bovendien is onderzoek maatwerk: het Huis kan beslissen om zijn werkwijze toe te snijden op specifieke gevallen. Op hoofdlijnen kent de werkwijze van het Huis de volgende onderdelen:
- Het Huis voert procedurele gesprekken met de verzoeker en met de werkgever. Het Huis geeft dan uitleg over het verdere verloop van het onderzoek.
- Het Huis legt de verzoeker en de werkgever de concept-onderzoeksvragen voor en stelt hen in de gelegenheid hun zienswijze daarop te geven. Het Huis beslist over de definitieve onderzoeksvragen en hoe het onderzoek wordt uitgevoerd.
- Het Huis stelt de verzoeker en de werkgever in de gelegenheid om suggesties te doen met betrekking tot personen die het Huis kan horen als getuigen. Het Huis beslist wie het als getuigen hoort.
- Het Huis stelt een feitenrelaas op, en stelt de verzoeker en de werkgever in de gelegenheid om daarop hun zienswijze te geven. Het Huis geeft de verzoeker en de werkgever in beginsel geen inzage in de stukken die aan het feitenrelaas ten grondslag liggen.
- Bij een misstandonderzoek kan het Huis afzien van het voorleggen van de onderzoeksvragen en het feitenrelaas aan de verzoeker. Dit kan het geval zijn als naar het oordeel van het Huis het belang van het onderzoek of het maatschappelijke belang daar om vraagt.
- Het Huis kan besluiten een onderzoek te stoppen als de verzoeker onvoldoende meewerkt aan een zorgvuldig verloop van het onderzoek en/of het bewaren van de vertrouwelijkheid van uitkomsten van het onderzoek. Ook kan het Huis besluiten een onderzoek te stoppen als een nieuw feit of een nieuwe omstandigheid bekend wordt, op grond waarvan het Huis tot het oordeel komt dat het verzoek kennelijk (alsnog) ongegrond is.
Tot slot schrijft het Huis het definitieve rapport. Nadat de verzoeker en de werkgever het rapport hebben ontvangen, publiceert het Huis het onderzoeksrapport geanonimiseerd op zijn website.
In het onderzoeksrapport beantwoordt het Huis de onderzoeksvragen. Het Huis reconstrueert daartoe de feiten, beoordeelt deze en trekt conclusies. De bevindingen uit het onderzoek en het oordeel in het rapport zijn voor betrokken partijen niet juridisch bindend.
Zo nodig doet het Huis in het onderzoeksrapport aanbevelingen om de eventuele misstand te beëindigen of herhaling te voorkomen. De betrokken werkgever is verplicht het Huis te informeren hoe hij de aanbeveling opvolgt.
De verzoeker die zich als gevolg van zijn melding in een rechterlijke procedure moet verweren tegen de arbeidsrechtelijke maatregelen van de werkgever, kan het rapport inbrengen in de procedure. Het is aan de rechter of hij het rapport meeneemt in zijn oordeel.
Meer weten? Bekijk dan hier de werkwijze onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders.
Bekijk hier de afgerond onderzoek bij de onderzoeksrapporten.